De baron fietst rond.
Uit zijn bel met monogram
klinken madrigalen.
Zijn moeder op het gazon
met zilverspar en zonnewijzer
begiet de livrei harer bijen.
Vader dommelt in de grond.
(uit ‘De baron fietst rond’)
HUIS VAN BEWARING
Welkom
‘Welkom onder dit dak.
Aanvaard dit schone
ondergoed, dit schoon
bruinbombazijnen pak
en deze hoge schoenen.
Er staat u niets te doen.
Dat went wel, metterwoon.
Uw vloeitjes. Uw tabak.’
Sigaret op cel
Rook kringelt op.
Hij wuift het vuur
van zijn lucifer
en schrapt de kop
af aan de muur.
Wat rest aan hout
is voor zijn buur
die molens bouwt.
Nor
Hoe wordt
het hier laat,
mort een mond
tot een erwt
en een graat
op een bord,
– hoe komt
het hier rond.
Och broertje, wat jammer dat we niet meer kunnen genieten van je eigenzinnige leven
waarvan je je ervaringen in dichtvorm zo puntig en gelaagd kon weergeven,
en ‘De baron fietst rond’ was nog maar het begin!